3.3 Staat van baten en lasten en balans

Staat van Baten en Lasten en Balans: deze tabel geeft de ontwikkeling en vergelijking (verschillen) van de Staat van Baten en Lasten over de periode 2021 tot en met 2022.

Staat van Baten en Lasten ( x € 1.000,-)
2022 realisatie
2022 begroot
2021 realisatie
BATEN
Rijksbijdrage
46.843
41.943
48.236
Rijksbijdrage NPO
9.935
8.184
2.994
Overige overheidsbijdragen
1.585
1.622
1.732
Overige baten
4.061
3.176
3.971
Totale baten
61.424
54.925
56.933
!
BATEN
Personele lasten
-51.823
-45.019
-43.944
Afschrijvingen
-1.188
-1.139
-1.160
Huisvestingslasten
-4.419
-3.547
-3.894
Overige lasten
-4.254
-5.663
-3.831
Totale lasten
-61.684
-55.368
-52.829
!
Saldo gewone exploitatie
-260
-443
4.104
Financiële exploitatie (lasten)
26
-20
-49
!
TOTAAL RESULTAAT
-234
-463
4.055

Verschil verslagjaar t.o.v. begroting

De belangrijkste en opvallende verschillen tussen realisatie 2022 en begroting zijn:

  • De hogere rijksbijdrage OCW is het gevolg van indexeringen die in de loop van het jaar zijn toegepast en die bewust niet zijn begroot.
  • Bij de overige baten wordt het verschil onder andere verklaard doordat de arrangementen zowel qua opbrengsten als uitgaven niet worden begroot. Een deel van de meerkosten inhuur is hieraan te relateren.
  • De hogere personeelslasten zijn grotendeels het gevolg van de CAO-aanpassingen, die zijn gecompenseerd door de indexeringen. Daarnaast is er een hogere inhuur van extern personeel vanwege vervanging van personeel en strategieontwikkeling op het bestuursbureau.
  • De overige lasten wijken sterk af van de begroting, omdat in de begroting bij de overige kosten voor ruim € 1,4 miljoen rekening gehouden is gehouden met vervanging van personeel wegen ziekte. De kosten van deze vervanging zijn vermeld onder de personeelskosten. Dit verklaart eveneens een deel van de meerkosten ten opzichte van de begroting bij de kosten van personeel.

Verschil verslagjaar t.o.v. vorig jaar

De belangrijkste en opvallende verschillen tussen realisatie 2022 en 2021 zijn:

  • De grootste afwijking is bij de subsidie NPO, die in 2021 alleen voor de periode augustus tot en met december van toepassing was.
  • De personeelskosten zijn hoger vanwege de CAO-aanpassingen die zijn toegepast in 2022.
  • Het verschil bij de overige lasten is een combinatie van een groot aantal afwijkende posten in 2022 ten opzichte van 2021. Bijvoorbeeld is in 2022 geïnvesteerd in public relations (€ 120.000 meer kosten dan in 2021) en zijn schoolpleinen en tuinen van een aantal scholen geüpgraded (€ 110.000 meer aan tuinonderhoud dan in 2021).

Balans in meerjarig perspectief

Deze tabel geeft de meerjaren ontwikkeling (realisatie en begroting) van de balans over de periode 2021 tot en met 2027.

Balans ( x € 1000,-) per 31 december 2022
2021
2022
2023
2024
2025
2026
2027
ACTIVA
Materiële vaste activa
5.858
6.078
6.305
6.532
6.759
6.986
7.213
Financiële vaste activa
54
161
161
161
161
161
161
Vorderingen
4.338
3.394
5.940
5.563
5.563
5.563
5.563
Liquide middelen
13.114
16.869
12.574
11.209
9.982
10.045
10.319
ACTIVA TOTAAL
23.364
26.502
24.980
23.465
22.465
22.755
23.256
PASSIVA
Algemene reserve
1.724
1.724
1.724
1.724
1.724
1.724
1.724
Bestemmingsreserve
11.120
10.887
9.973
8.973
7.973
8.473
8.973
Voorzieningen
4.125
4.842
4.842
4.842
4.842
4.842
4.842
Kortlopende schulden
6.395
9.049
8.441
7.926
7.926
7.716
7.716
PASSIVA TOTAAL
23.364
26.502
24.502
23.465
22.465
22.755
23.256

In deze meerjaren balans is vanaf 2024 gerekend met:

  • € 1,5 miljoen aan investeringen per jaar.
  • 10% vorderingen ten opzichte van de baten.
  • Dotaties en onttrekkingen van de voorzieningen aan elkaar gelijk.
  • Kortlopende schulden gelijk aan 14% van de jaarlasten.