In 2022 heeft ons vertrouwen in de deskundigheid van projectleiders en -teams binnen programmamanagement zijn vruchten afgeworpen: gestarte projecten hebben geleid tot mooie (tussen)resultaten en dragen bij aan het realiseren van onze strategie. Doordat we meer ruimte en verantwoordelijkheid leggen bij de teams van professionals in de scholen, wordt leiderschapsontwikkeling overal binnen de organisatie zichtbaar. Het werken en innoveren in de projecten, de samenwerking in het directeurenoverleg en in de commissies versterken dit.
In vijf programmalijnen die allen gericht zijn op onderwijsverbetering en/of organisatieontwikkeling, zijn projecten met hetzelfde doel gebundeld:
Voorbeelden van projecten binnen de programmalijnen zijn:
Agora Utrecht, Groots Utrecht, deeltijdonderwijs driejarigen, passend onderwijs en wereldburgerschap.
Eigen leerlijnen, rekenonderwijs verbeteren, projectgroep Bewegend leren / Springlab en digitalisering.
Teamgericht organiseren, gesprekkencyclus, strategisch personeelsbeleid, kwaliteitscyclus, KSU Lab.
Praktijkgericht onderwijs en onderzoek, samenwerking met andere partijen in Utrecht.
Implementatie aanbesteding administratieve diensten, technische ICT en infrastructuur, inrichten Subsidiedesk.
Bij de KSU zeggen we niet alleen dat we vertrouwen op de professionaliteit van onze medewerkers, we willen daar ook écht naar handelen. Met Teamgericht Organiseren brengen we dat in de praktijk. Binnen brede kaders die een ontwikkelgroep heeft vastgesteld, krijgen scholen alle ruimte om zelf invulling te geven aan deze (nieuwe) manier van werken.
Bij KBS Op de Groene Alm was een verandering in de directievoering – van een duobaan terug naar één directeur – een goed moment om te starten met Teamgericht Organiseren. Schooldirecteur Myrthe Haagmans: ‘Mijn inspiratie haal ik uit een wielerploeg die bestaat uit individuele renners met ieder zijn eigen kwaliteiten, die het team naar de overwinning brengen. Als leerkracht sta je alleen voor de klas en heb je een enorme verantwoordelijkheid. Door elkaar ruimte te geven om te zoeken wat nodig is voor goed onderwijs, ontstaat het gevoel van “we doen dit samen”. Zo help je elkaar om dat stapje extra te zetten voor de leerlingen.’
Kwaliteiten
‘Het idee is: doe waar je goed in bent en zet jouw kwaliteiten in ten dienste van het team. Leerkrachten wisselen bijvoorbeeld wel eens van klas omdat bij de één lesgeven in de Engelse taal beter past dan bij een ander. Op die manier heeft Teamgericht Organiseren ook effect op leerlingen. We laten immers zien: doe waar je goed in bent en wat je leuk vindt. Dan kom je samen verder.’
De drie teams – onder-, midden- en bovenbouw – van Op de Groene Alm bekijken bijvoorbeeld ook welke elementen van het SISo-onderwijsconcept goed passen bij de manier van lesgeven, welke minder aansluiten en hoe deze passend te maken. Soms is het nog zoeken welke verantwoordelijkheden bij wie liggen. ‘In 2023 mogen de teams zelf financiële keuzes maken en een jaar vooruit gaan plannen. Daarnaast ligt er de opdracht om meer kennis van buiten naar binnen in de klas te halen, bijvoorbeeld door bij andere scholen of bij bedrijven een kijkje te gaan nemen. Best spannend, maar Teamgericht Organiseren betekent ook dat er ruimte is om fouten te maken.’ Binnen de KSU is een aantal scholen met Teamgericht Organiseren gestart. Onderling is regelmatig contact en worden ervaringen uitgewisseld. Uiteindelijk gaan – passend bij de ambities in het strategisch plan – alle KSU-scholen werken vanuit de teamkracht van professionals.
De KSU gelooft in de kracht en de deskundigheid van de professional. Én in het bundelen van die deskundigheid door samen te werken in teams. Daarom hebben alle teams tijdens de Inspiratiemiddag in september een mooi aanbod gekregen.
Teambudget
Het teambudget is voor teams die een goed idee hebben dat bijdraagt aan de kwaliteit van het onderwijs. In kalenderjaar 2023 komt een teambudget beschikbaar van € 500 x het aantal leden dat het team telt. Per school is een budget voor het aantal medewerkers dat de school telt x € 500 beschikbaar. Het staat een team helemaal vrij om te beslissen wat met het budget te doen. De enige voorwaarde is dat het ten goede komt aan de onderwijskwaliteit.
Betrokken zijn bij de wereld, dichtbij en veraf. De KSU voelt een grote maatschappelijke verantwoordelijkheid. Dat zie je in onze scholen terug in kansengelijkheid en zorg voor de ander. Dat betekent dat we leerlingen willen opleiden tot wereldburgers met vaardigheden en een houding die recht doen aan democratisch en maatschappelijk verantwoord handelen. Hoe ga je om met overeenkomsten, verschillen en conflicten? Wereldburgerschap heeft ook effect op hoe je als leerkrachten met elkaar en met ouders omgaat.
Sinds augustus 2021 is burgerschapsonderwijs en het meten ervan een wettelijke verplichting. De resultaten van de meting vinden wij waardevolle input voor het (verder) vormgeven van ons burgerschapsonderwijs en het leggen van accenten. Op alle KSUscholen worden de basiswaarden van de democratische rechtstaat en kennis, houding en vaardigheden op vier sociale taken gemeten:
In 2022 is een projectgroep samengesteld die naast het doen van een literatuuronderzoek, ook ideeën en wensen van scholen heeft geïnventariseerd. Dit heeft geleid tot een gezamenlijke KSU-visie en leerdoelen. De leerdoelen zijn onderverdeeld in kennis, vaardigheden en houding.
In samenwerking met de Marnix Academie is een gespreksformat ontwikkeld waarmee teams minimaal 1x per jaar met elkaar het gesprek aangaan over ‘goed samenleven’ in de context van de school. Op die manier willen we het bewustzijn van burgerschapscultuur op scholen stimuleren en faciliteren. Elke school maakt vervolgens zelf keuzes over de invulling en vertaling van de vastgestelde leerdoelen naar het curriculum, gebaseerd op een analyse van de eigen populatie. Dat proces moet in 2023 voor alle scholen afgerond zijn. Daarna is het een jaarlijks terugkerend onderdeel binnen de kwaliteitscyclus.
Een voorbeeld
De Dominicusschool, gelegen in een vrij homogene wijk, zoekt verschillen op door expliciete aandacht voor de wereldreligies. Zowel in de klas, met een kalender met daarop de belangrijke feestdagen van alle wereldreligies, als door op bezoek te gaan bij verschillende gebedshuizen. Maatwerk dus.
Sinds het schooljaar 2021-2022 zetten scholen interventies uit het Nationaal Programma Onderwijs in om de door corona veroorzaakte vertragingen bij leerlingen op cognitief en sociaal-emotioneel gebied in te lopen. Bij de start in 2021 werd aangekondigd dat het NPO een doorlooptijd zou kennen tot 1 augustus 2023. Begin 2022 is de looptijd verlengd tot augustus 2025. Dit betekent dat de scholen de NPO-middelen kunnen verdelen over de schooljaren 2022-2023, 2023-2024 en 2024- 2025.
In overleg tussen schooldirecteuren en MT is het volgende afgesproken:
We werken gezamenlijk aan projecten (programmamanagement) die leiden tot een duurzame onderwijsverbetering. Alle scholen hebben een tussenevaluatie uitgevoerd (voorjaar 2022) en waar nodig hun schoolprogramma herijkt. Daarbij is expliciet onderscheid gemaakt tussen de middelen per school en wat ingezet wordt voor gezamenlijke ontwikkeling. Scholen hebben beargumenteerd extra NPO-middelen voor hun school te kunnen inzetten vanuit de gezamenlijke NPO-gelden. Alle verzoeken van scholen zijn gehonoreerd. Het schoolprogramma (interventies, budget op schoolniveau en inzet in gezamenlijke projecten) is per school ter instemming voorgelegd aan de betreffende MR. De inzet en verdeling van het gezamenlijke NPO-budget wordt, na instemming van de GMR, op projectniveau jaarlijks verwerkt in de begroting per kalenderjaar.
A. Gekozen interventies vanuit de jaarplannen van de scholen
Interventie groep | Percentage, gekozen voor inzet op deze interventie: | |
---|---|---|
A. | Meer onderwijs om bij groepen leerlingen kennis en vaardigheden bij te spijkeren | 1.5% |
B. | Effectievere inzet van onderwijs om kennis en vaardigheden bij te spijkeren | 34.9% |
C. | Sociaal-emotionele en fysieke ontwikkeling van leerlingen | 13.2% |
D. | Ontwikkeling van executieve functies van leerlingen | 2.5% |
E. | (Extra) inzet van personeel en ondersteuning | 35.1% |
F. | Faciliteiten en randvoorwaarden | 12.8% |
B. Inzet personeel niet in loondienst (PNIL) in het kader van NPO
De inkomsten NPO zijn € 6 mln. Ruim 50% van de ontvangen NPO-middelen is in 2022 uitgegeven. Van de ontvangen NPO-subsidie is € 0,1 mln (1,9%) uitgegeven aan personeel niet in loondienst.
Interventie groep | Percentage, gekozen voor inzet op deze interventie: | |
---|---|---|
A. | Meer onderwijs om bij groepen leerlingen kennis en vaardigheden bij te spijkeren | 5.6% |
B. | Effectievere inzet van onderwijs om kennis en vaardigheden bij te spijkeren | 44.2% |
C. | Sociaal-emotionele en fysieke ontwikkeling van leerlingen | 3.1% |
D. | Ontwikkeling van executieve functies van leerlingen | 12% |
E. | (Extra) inzet van personeel en ondersteuning | 20.2% |
F. | Faciliteiten en randvoorwaarden | 14.9% |
Gekozen interventies vanuit de gezamenlijke projecten in 2022