Het jaar 2022 kende een optimistische start. Na de periode van schoolsluitingen als gevolg van COVID-19 ging Nederland eindelijk weer ‘open’ en mochten alle kinderen zonder beperkende maatregelen naar school. Voor schooldirecteuren, leerkrachten, kinderen en hun ouders een heerlijk moment!
Terugkijken op 2022 doe ik aan de hand van de drie hoofdthema’s van onze veranderagenda: uitstekend onderwijs, maatschappelijke impact en lerend organiseren. Ik kijk met een goed gevoel naar het eerste thema, het realiseren van uitstekend onderwijs. De scholen laten zich hierbij van hun beste kant zien, zij leggen de lat hoger dan de normen die de Onderwijsinspectie hanteert. Daarnaast lukt het goed om ook de inhoud van de curricula te verbreden. Op KSU-scholen wordt hard gewerkt aan persoonsvorming en socialisatie van leerlingen. De ontwikkeling en implementatie van ‘KSU Burgerschapsonderwijs’ is daarvan een goed voorbeeld.
Welke rol vinden wij dat het onderwijs in onze samenleving moet spelen? Een belangrijke vraag die in het huidige politieke debat maar weinig ruimte krijgt. Willen we onderwijs reduceren tot dienstverlening gericht op het behalen en vergelijken van individuele resultaten op toetsen voor rekenen en taal? Maken we ons vooral druk om de scores van de ene leerling in vergelijking tot de andere? Binnen de KSU zijn we ons steeds meer bewust van het belang van het publieke karakter van het onderwijs. We zoeken actief naar antwoorden op vragen als hoe helpen we de democratische samenleving versterken en hoe dragen we bij aan een inclusieve samenleving? We voeren de dialoog over vrijheden en onderlinge verschillen en hoe we om kunnen gaan met de ongelijkheid die daaruit voortvloeit. Hoe benutten we het onderwijs als ‘verandermotor’ van de samenleving? Hoe kunnen we bijdragen aan de grote uitdagingen waar we als samenleving voor staan?
Het afgelopen jaar was Samen Leren Leven ons motto in de zoektocht om het publieke karakter van onderwijs vorm te geven. Onderwijs als bindmiddel voor relaties, minder geïsoleerd in de school, meer naar buiten gericht. Hiervoor hebben we andere (onderwijs)organisaties, bedrijven en de stad Utrecht nodig. Ik verwacht dan ook dat we het komende jaar samen met andere partijen meer grip krijgen op de betekenis en de invulling van dit deel van onze publieke taak. Veelbelovend in dat verband is de verhuizing van het stafbureau naar Papendorp. In hetzelfde pand werken als NUOVO en SPO Utrecht maakt dat we elkaars kracht kunnen benutten. Dat zie ik overigens ook in de samenwerking met andere onderwijsorganisaties in het Utrechtse.
De nieuwe besturingsfilosofie is gericht op het faciliteren van onze professionals, onze leerkrachten. Het directe resultaat van hun werk is zichtbaar in de ontwikkeling van onze kinderen. Regel- en beslisruimte horen daarbij evenals verantwoordelijkheid nemen. De KSU heeft er dan ook voor gekozen om de verantwoordelijkheid en de beslissingsbevoegdheid te leggen bij teams van leerkrachten op de scholen. Ik heb bewondering voor de scholen die een start hebben gemaakt met teamgericht organiseren. En ook binnen de staf zie ik beloftevolle initiatieven in deze richting. Ik verwacht dat door deze wijze van werken het onderlinge leren wordt gestimuleerd, wat weer leidt tot nog betere onderwijsresultaten. Dat samen draagt bij aan de arbeidstevredenheid van medewerkers.
Het lerarentekort raakt ons allemaal. Ik maak mij daar grote zorgen over, ook op de langere termijn. Hoe maken we het werk in het onderwijs, waar we als samenleving zoveel waarde aan hechten, weer aantrekkelijk? Op dit moment slaan we in Utrecht de handen ineen met alle collega-instellingen en ook met kinderopvang, mbo, hbo en wo. Samen willen we de toegankelijkheid, de continuïteit en de kwaliteit van het onderwijs garanderen. Ik roep de Rijksoverheid op om mee te denken over lange termijn oplossingen, op basis van visie, inzicht en vertrouwen.
Tjeerd de Jong, voorzitter College van Bestuur